Minderjarige verdachte spuit vloeistof op school, lichamelijke klachten bij slachtoffers

De rechtbank Den Haag heeft op 23 april 2018 uitspraak gedaan in een zaak over mishandeling door een minderjarige.

Minderjarige verdachte spuit vloeistof op school, lichamelijke klachten bij slachtoffers

De minderjarige verdachte stond in deze zaak terecht voor mishandeling. Zij werd ervan verdacht dat zij pepperspray, althans een bijtende en prikkelende stof, heeft gespoten op een muur in een lokaal en op een muur in de toiletten van haar school, waardoor slachtoffers met deze stof in contact zijn gekomen.

 

Feiten en omstandigheden

Uit de bewijsstukken blijkt dat op de desbetreffende dag op 2 plaatsen op de school van de verdachte een stof op de muur is gespoten, die zich via de lucht verspreidde en bij personen lichamelijke klachten veroorzaakten. De school moest erdoor worden ontruimd. Allereerst is de stof op de muur van een lokaal op de eerste verdieping gespoten en daarna in een toilet op de begane grond. De klachten waren hoestbuien, duizeligheid, misselijkheid en prikkelende ogen, die zich bij sommige betrokkenen nog wekenlang voordeden. Op allebei de momenten dat de stof werd gespoten was in de betreffende ruimte, dan wel in de directe nabijheid, de verdachte aanwezig. Daarnaast had de verdachte het busje waarmee gespoten was bij zich toen zij tijdens de ontruiming op het schoolplein kwam.

 

Oordeel rechtbank Den Haag

De verdachte heeft verklaard dat zij het busje na het incident in haar BH had verstopt. De rechtbank Den Haag stelt dat een soortgelijke beweging zichtbaar is op de beelden. De rechtbank Den Haag acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het busje die middag bij zich had en dat zij er in allebei de ruimtes mee heeft gespoten, waardoor er klachten bij benadeelden zijn opgetreden.

 

Opzet?

De rechtbank Den Haag moest vervolgens de vraag beantwoorden of er sprake was van opzet, om tot een strafbare mishandeling te komen. Voorop wordt gesteld dat de verdachte niet wist wat er in het busje zat. Hierdoor kan niet worden vastgesteld dat zij wist of behoorde te weten wat de gevolgen zouden zijn van het spuiten met de stof, toen zij er de eerste keer mee spoot in het bijzijn van een benadeelde. Op dit deel is opzet niet bewezen, de verdachte wordt van dit deel van de tenlastelegging vrijgesproken.

Ten aanzien van het spuiten in het bijzijn van de andere benadeelde is dit anders, de verdachte wist immers na het eerste incident dat het spuiten van de stof uit het busje lichamelijke klachten veroorzaakte, dit had zij kort daarvoor gezien en ondervonden. De rechtbank Den Haag stelt dan ook dat de verdachte toen zij voor de tweede keer met het busje spoot wist wat de gevolgen daarvan konden zijn. De verdachte had toen opzet op de gevolgen van haar handelen, zij heeft zich ten aanzien van dit deel van de tenlastelegging dan ook schuldig gemaakt aan mishandeling. De kinderrechter heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 40 uur, voorwaardelijk, met een proeftijd 2 jaar.

 

Strafrechtadvocaat mishandeling Den Haag

Een ervaren strafrecht advocaat kan u bijstaan indien u wordt verdacht van mishandeling. De advocaat zal uw processtukken opvragen om een goed en sterk verweer te kunnen voeren. De raadsman zal op deze wijze een zo laag mogelijke straf, of indien mogelijk zelfs vrijspraak, voor u bereiken. Indien u het contactformulier invult neemt een ervaren advocaat voor mishandeling direct gratis en vrijblijvend contact met u op voor uw strafzaak in Den Haag! Wij werken landelijk, voor een vaste prijs en op basis van pro deo!

Geschreven door

Juridisch medewerker
Op